Vacatures (2): Stadermann Luiten zoekt een advocaat-medewerker en advocaat-stagiaire Lees meer

HR 12 januari 2024 ECLI:NL:HR:2024:17

Tijdens het plaatsen van een afzinkkelder ontstaat schade aan het naastgelegen pand. De eigenaar van het pand en de huurders stellen de aannemer en de opdrachtgever aansprakelijk. De Hoge Raad bevestigt dat van een inbreuk op een recht als bedoeld in art. 6:162 lid 2 BW niet reeds sprake is op grond van de enkele omstandigheid dat een gedraging letsel of zaaksbeschadiging als voorzienbaar gevolg heeft: een zodanige gedraging is in het algemeen alleen onrechtmatig als zij in strijd was met een norm van geschreven of ongeschreven recht die ertoe strekt letsel of zaaksbeschadiging te voorkomen. De Hoge Raad oordeelt vervolgens dat ook wanneer bij de voorbereiding en uitvoering van de bouwwerkzaamheden voldoende maatregelen zijn getroffen ter voorkoming van schade aan zaken van derden en de werkzaamheden bovendien op zorgvuldige wijze zijn uitgevoerd, de aannemer toch aansprakelijk kan zijn voor de schade die derden door de bouwwerkzaamheden hebben geleden. De Hoge Raad neemt in zijn overweging mee dat in dit geval een aanmerkelijk risico bestond dat aan het naastgelegen pand schade zou worden toegebracht, ook indien maatregelen ter voorkoming van schade werden getroffen en de werkzaamheden zorgvuldig werden uitgevoerd. Daarbij is van belang dat de werkzaamheden van de aannemer geen voordeel opleverden voor de eigenaar van het naastgelegen pand, dat de schade niet zonder meer behoort tot het hetgeen door een derde in het maatschappelijk verkeer moet worden geduld bij bouwwerkzaamheden van een ander en dat het op de weg van de aannemer lag om zich tegen aansprakelijkheid voor het toebrengen van schade aan derden te verzekeren.

Print

23 januari 2024

ECLI:NL:HR:2024:17