Vacatures (2): Stadermann Luiten zoekt een advocaat-medewerker en advocaat-stagiaire Lees meer

Hoge Raad 1 december 2023 ECLI:NL:HR:2023:1682

Is bij de buitengerechtelijke afhandeling van claims op grond van medische aansprakelijkheid toestemming van de patiënt nodig om medische gegevens te verstrekken aan de behandelend jurist van het ziekenhuis of van de aansprakelijkheidsverzekeraar van het ziekenhuis? En als de patiënt deze toestemming niet geeft, mag de patiënt dan toch verwachten dat het ziekenhuis een inhoudelijk standpunt inneemt over zijn claim?

Deze prejudiciële vragen dienden door de Hoge Raad te worden beantwoord. De Hoge Raad komt tot het oordeel dat er geen wettelijke grondslag (zoals vereist in art. 8 lid 2 EVRM en art. 7:457 lid 1 BW) bestaat om een jurist zonder toestemming van de patiënt inzage te geven in het medisch dossier van die patiënt, tijdens de buitengerechtelijke fase van een zaak over medische aansprakelijkheid.

Vervolgens diende de Hoge Raad de vraag te beantwoorden aan welke criteria de toestemming van de patiënt moet voldoen. In dat kader wordt het volgende overwogen:

In het algemeen volstaat voor doorbreking van het medisch beroepsgeheim, de geheimhoudingsplicht van de hulpverlener en het verwerkingsverbod van art. 9 lid 1 AVG een medische machtiging waarin de patiënt toestemming verleent voor het delen van (i) relevante medische gegevens met (ii) in die machtiging genoemde functionarissen zoals een ziekenhuisjurist en/of een schadebehandelaar of jurist van de verzekeraar (iii) ten behoeve van de buitengerechtelijke afhandeling (iv) van een in die machtiging aangeduid voorval, terwijl (v) die machtiging vergezeld gaat van een toelichting waarin wordt uiteengezet waarom een medische machtiging wordt verlangd.

Tenslotte heeft de Hoge Raad met betrekking tot de derde vraag geantwoord dat indien een patiënt zich ertegen verzet dat zijn medische gegevens aan een ander worden verstrekt en weigert een machtiging te verstrekken, de aansprakelijk gestelde hulpverlener geen inhoudelijk standpunt hoeft in te nemen over de aansprakelijkstelling. Van de hulpverlener kan niet worden verlangd dat hij een inhoudelijk standpunt inneemt zonder in de gelegenheid te zijn geweest dit standpunt met een jurist te bepalen.

Print

21 december 2023

ECLI:NL:HR:2023:1682