Vacatures (2): Stadermann Luiten zoekt een advocaat-medewerker en advocaat-stagiaire Lees meer

HR 17 februari 2006 NJ 2007 nr. 285 met noot Brunner, JAR 2006 nr. 67, VR 2007 nr. 71

Erven van aan mesothelioom overleden werknemer spreken werkgever aan, stellende dat blootstelling aan fatale asbeststof heeft plaatsgevonden tijdens dienstverband bij werkgever van 1965-1967. Verhoogde zorgvuldigheidsnorm geldt vanaf moment waarop binnen maatschappelijke kring werkgever gezondheidsgevaren bekend (behoren te) zijn, maar het is afhankelijk van omstandigheden van geval en toentertijd bestaande kennis en inzichten welke veiligheidsmaatregelen van werkgever konden worden verwacht (zie ook HR 17.12.2004 NJ 2007 nr. 147 met noot Brunner). Daarbij is duur en intensiteit blootstelling mede van belang. Aan door werkgever te leveren bewijs mogen geen hoge eisen worden gesteld, nu het gaat om situatie van 40 jaar geleden. Voldoende is dat werkgever aannemelijk maakt dat hij destijds ervan mocht uitgaan dat concrete blootstelling van zijn werknemers aan asbeststof gelet op geringe duur en intensiteit van die blootstelling, geen risico voor asbestose opleverde. Zie voor vervolg Gerechtshof ‘s-Gravenhage 18.8.2009 RAV 2009 nr. 98. Erven slagen niet in bewijs dat werknemer in uitoefening van werkzaamheden is blootgesteld aan asbest. Vordering afgewezen.

Print

17 februari 2006