Vacatures (2): Stadermann Luiten zoekt een advocaat-medewerker en advocaat-stagiaire Lees meer

HR 12 augustus 2005 NJ 2005 nr. 467

Tijdens onderhandelingen omtrent levering perceel verzoekt potentiële koper aan projectontwikkelaar om duidelijkheid over opleveringstermijn. Bij uitblijven adequate reactie breekt koper onderhandelingen af. Projectontwikkelaar vordert schadevergoeding terzake van feit dat tussen partijen geen overeenkomst is totstandgekomen (“positief contractsbelang”). Maatstaf hierbij is dat ieder der onderhandelende partijen – die verplicht zijn hun gedrag mede door elkaars gerechtvaardigde belangen te laten bepalen – vrij is onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van gerechtvaardigd vertrouwen wederpartij in totstandkomen overeenkomst of in verband met andere omstandigheden van geval onaanvaardbaar zou zijn. Daarbij dient rekening te worden gehouden met mate waarin en wijze waarop partij die onderhandelingen afbreekt tot ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met gerechtvaardigde belangen van deze partij. Hierbij kan ook van belang zijn of zich in loop onderhandelingen onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan, terwijl, ingeval onderhandelingen ondanks gewijzigde omstandigheden over lange tijd worden voortgezet, wat betreft dit vertrouwen doorslaggevend is hoe daaromtrent op moment van afbreken onderhandelingen moet worden geoordeeld tegen achtergrond van geheel verloop onderhandelingen (vgl. HR 23.10.1987 NJ 1988 nr. 1017 met noot Brunner, HR 4.10.1996 NJ 1997 nr. 65 en HR 14.6.1996 NJ 1997 nr. 481 met noot Snijders, alle niet opgenomen).

Print

12 augustus 2005