Vacatures (2): Stadermann Luiten zoekt een advocaat-medewerker en advocaat-stagiaire Lees meer

HR 10 februari 2017 ECLI:NL:HR:2017:216

Curator vordert op grond van art. 2:248 BW faillissementstekort van bestuurder van tussenpersoon in rijwielbranche. Hof wijst vordering toe. Bestuurder wist, althans behoorde te begrijpen op basis van toelichting op balans bij jaarrekening in periode drie jaar voor faillissement dat verzekeraar geen schades meer uitbetaalde aan tussenpersoon. Bestuurder gaf feitelijk leiding aan verzekeraar en had daarmee in hand of verzekeraar tot betaling zou overgaan. Hij heeft nagelaten te bewerkstelligen dat verzekeraar aan haar verplichtingen zou voldoen of dat tussenpersoon verzekeringen bij andere verzekeraar zou onderbrengen. Tussenpersoon heeft voorafgaand aan faillissement nieuwe verzekeringen afgesloten bij verzekeraar, terwijl bestuurder wist, althans behoorde te begrijpen dat verzekeraar geen uitkeringen meer zou doen. Dat tussenpersoon zelf schades heeft uitbetaald, doet daar niet aan af, nu betalingen ten koste zijn gegaan van eigen liquiditeiten tussenpersoon. Er is sprake van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling door bestuurder. Hoge Raad doet zaak af op art. 81 lid 1 RO. A-G schetst in conclusie uitgangspunten voor toepassing van art. 2:248 lid 1 BW.

Print

10 februari 2017

ECLI:NL:HR:2017:216