Vacatures (2): Stadermann Luiten zoekt een advocaat-medewerker en advocaat-stagiaire Lees meer

HR 22 december 2017 ECLI:NL:HR:2017:3231

UWV weigert toestemming voor opzeggen van arbeidsverhoudingen, waarna werkgever UWV voor civiele rechter dagvaardt. Hof acht UWV aansprakelijk. UWV heeft ten onrechte aannames (concentratie bedrijfsactiviteiten na sluiting diverse vestigingen) niet feitelijk onderzocht, bijvoorbeeld door toetsing of navraag bij bedrijf en kon deze niet uit door hem ingediende verzoeken afleiden. Afwijzing van verzochte ontslagvergunningen is onrechtmatig. Aan relativiteitsvereiste (art. 6:163 BW) is voldaan: geschonden norm strekt ook ter bescherming van vermogensbelang werkgever. Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (oud; thans art. 7:671a BW) strekt ter bescherming van sociaaleconomische verhoudingen in Nederland. Weliswaar valt dit grotendeels samen met belang werknemer bij voorkomen sociaal ongerechtvaardigd ontslag, maar ook belang werkgever speelt bepaalde rol. Werkgever is direct belanghebbende bij vergunningverlening of -weigering, zodat hij ook aanspraak kan maken op schadevergoeding als rechtstreeks gevolg van ten onrechte geweigerde vergunning.
Hoge Raad doet zaak af op art. 81 lid 1 RO.
A-G gaat in op civielrechtelijke aansprakelijkheid van overheidslichamen voor onjuiste besluiten en behandelt in dat kader uitgebreid relativiteitsvereiste.

Print

22 december 2017

ECLI:NL:HR:2017:3231