Vacatures (2): Stadermann Luiten zoekt een advocaat-medewerker en advocaat-stagiaire Lees meer

HR 21 april 2017 ECLI:NL:HR:2017:773

Bank beëindigt effectenleaseovereenkomsten voortijdig wegens wanbetaling en vordert op grond van artikel 6 juncto 15 van toepasselijke Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease nog verschuldigde resterende maandelijkse rentetermijnen minus opbrengst verkochte effecten. Prejudiciële vraag of artikel 6, dat afwijkt van wettelijke regeling van ontbinding, juncto artikel 15 oneerlijk beding in consumentenovereenkomsten is als bedoeld in Richtlijn 93/13/EEG, in bijzonder of dit beding onevenredig hoge schadevergoeding oplegt aan consument die zijn verbintenissen niet nakomt. Op basis van jurisprudentie HvJEU moet worden nagegaan of artikel 6 aanzienlijke verstoring van evenwicht tussen uit overeenkomst van partijen voortvloeiende rechten en verplichtingen veroorzaakt ten nadele van consument. Na regeling in Bijzondere Voorwaarden te hebben afgezet tegen regeling van ontbinding in art. 6:265 BW en schadebegroting in art. 6:271 en 277 BW beantwoordt Hoge Raad prejudiciële vraag bevestigend. Dat artikel 6 oneerlijk is, betekent dat rechter ingevolge art. 6:233 BW gehouden is beding te vernietigen voor zover dit betrekking heeft op ten tijde van beëindiging toekomstige rentetermijnen.

Print

21 april 2017

ECLI:NL:HR:2017:773