Vacatures (2): Stadermann Luiten zoekt een advocaat-medewerker en advocaat-stagiaire Lees meer

HR 31 maart 2017 ECLI:NL:HR:2017:552

Door eerst Rijkswaterstaat en later gemeente zijn werkzaamheden uitgevoerd in nabijheid van horecagelegenheid, waarna wateroverlast op terrein van horecagelegenheid ontstaat. Rechtsbijstandverlener van horecaexploitant stelt gemeente en waterschap in februari 2003 aansprakelijk, die aansprakelijkheid afwijzen. Na onderzoeksrapport van adviesbureau stelt hij in juli 2008 Rijkswaterstaat aansprakelijk. Rijkswaterstaat beroept zich op verjaring. Naar oordeel Hof is verjaring uiterlijk na brief van februari 2003 gaan lopen en is vordering verjaard. Hoge Raad stelt art. 3:310 lid 1 BW en daaraan in jurisprudentie gegeven uitleg voorop. Hof heeft voor aanvang van verjaringstermijn ten onrechte doorslaggevend geacht dat horecaexploitant bekend was met mogelijkheid dat Rijkswaterstaat voor schade aansprakelijk was en dat zij haar rechten door aansprakelijkstelling veilig had kunnen stellen. Die enkele mogelijkheid is, ook indien horecaexploitant professionele rechtsbijstand genoot, niet voldoende om aan te nemen dat bij haar voldoende zekerheid bestond dat schade was veroorzaakt door tekortschietend of foutief handelen van Rijkswaterstaat.

Print

31 maart 2017

ECLI:NL:HR:2017:552