Vacatures (2): Stadermann Luiten zoekt een advocaat-medewerker en advocaat-stagiaire Lees meer

HR 10 februari 2017 ECLI:NL:HR:2017:214

Tussen partijen bestaan twee geschillen over handel in en verhuur van bouwkranen. Koper en lasthebber is toerekenbaar tekortgeschoten in nakoming van koopovereenkomst en overeenkomst van lastgeving, maar Hof wijst aantal gevorderde schadeposten af omdat deze niet kunnen worden toegerekend in zin van art. 6:98 BW. Vraag of schade in zodanig verband staat met gebeurtenis waarop aansprakelijkheid berust dat zij aangesprokene als gevolg van gebeurtenis kan worden toegerekend, moet worden beantwoord aan hand van objectieve factoren als aard van aansprakelijkheid en van schade. In dat kader zal ook wat naar objectief inzicht voorzienbaar of waarschijnlijk was, rol kunnen spelen. Bij toerekening op grond van art. 6:98 BW gaat het om vraag of voldoende verband bestaat tussen schade en gebeurtenis waarvoor aansprakelijkheid bestaat. Omstandigheid dat contractspartij bij tekortkoming waarvoor aansprakelijkheid bestaat niet uit eigen belang heeft gehandeld, kan weliswaar mede van belang zijn bij beantwoording van vraag welk verband in omstandigheden van geval is te eisen, maar kan niet op zichzelf ertoe leiden dat slechts deel van veroorzaakte schade is aan te merken als toerekenbaar gevolg van gebeurtenis waarvoor aansprakelijkheid bestaat. Omstandigheid dat partij niet uit eigen belang heeft gehandeld kan niet oordeel Hof dragen dat schade tot door hem genoemde bedrag (ongeveer helft) aan haar kan worden toegerekend. Hof had verplichting tot schadevergoeding kunnen matigen op grond van art. 6:109 BW, mits goed gemotiveerd. Hof heeft ten onrechte art. 6:98 BW ook toegepast op wettelijke rente. Strekking van art. 6:119 BW brengt mee dat hoofdsom en rente afzonderlijk moeten worden vastgesteld en dat voor matiging wettelijke rente afzonderlijk, gemotiveerd, oordeel moet worden gegeven.

Print

10 februari 2017

ECLI:NL:HR:2017:214