Vacatures (2): Stadermann Luiten zoekt een advocaat-medewerker en advocaat-stagiaire Lees meer

HR 10 juli 2015 ECLI:NL:HR:2015:1868, NJ 2016 nr. 126 met noot Lindenbergh

Prejudiciële vragen over vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten naar aanleiding van niet (tijdig) betaalde facturen. Buitengerechtelijke kosten van art. 6:96 lid 2 sub c BW vallen onder begrip kosten in art. 6:44 lid 1 BW. Dat betekent dat, in geval van gedeeltelijke betaling van openstaande schuld, betaling eerst in mindering strekt op (buitengerechtelijke en andere) kosten, dan op over hoofdsom verschenen rente en ten slotte op hoofdsom. Schuldeiser heeft aldus aanspraak op rente over openstaand gedeelte van hoofdsom totdat dit deel volledig is voldaan. Rechter kan op grond van art. 242 lid 1 Rv bedongen buitengerechtelijke kosten ambtshalve matigen tot bedrag van redelijke schadeloosstelling. Dit geldt ook in business to business-relaties (B2B-relaties), waar geen van beide partijen zijn te beschouwen als natuurlijk persoon die niet handelt in uitoefening van beroep of bedrijf.

Print

10 juli 2015

ECLI:NL:HR:2015:1868