Vacatures (2): Stadermann Luiten zoekt een advocaat-medewerker en advocaat-stagiaire Lees meer

HR 29 januari 2016 ECLI:NL:HR:2016:162

Vrouw exploiteert samen met man manege in vorm van vennootschap onder firma. Tijdens door haar gegeven paardrijles wordt zij door paard omver gelopen en loopt letsel op. Vrouw stelt man (en aansprakelijkheidsverzekeraar van vof) aansprakelijk op grond van art. 6:179 en 6:181 BW. Prejudiciële vraag of zogenoemde Hangmatjurisprudentie (HR 8.10.2010 ECLI:NL:HR:2010:BM6095, NJ 2011 nr. 465) ook van toepassing is tussen medebezitters van dieren. Bij dieren berust kwalitatieve aansprakelijkheid niet zozeer – zoals bij art. 6:174 BW in Hangmatarrest – op risicoverdeling ter bescherming van benadeelde, maar vooral op omstandigheid dat bezitter tegenover anderen risico in leven roept. Steeds is kenbaar dat dier beschikt over onberekenbare eigen energie waarmee het mogelijk schade kan toebrengen. Daarom kan van medebezitter van dier eerder dan van medebezitter van gebouw worden verwacht dat hij zich tegen risico van zodanige schade verzekert. Belangen van alle betrokkenen in aanmerking genomen, is niet redelijk of maatschappelijk wenselijk dat art. 6:179 BW ook aansprakelijkheid vestigt jegens personen die hoedanigheid van medebezitter van dier hebben. Aansprakelijkheid op grond van art. 6:181 BW jegens bedrijfsmatige medegebruiker van dier wordt eveneens afgewezen.

Print

29 januari 2016

ECLI:NL:HR:2016:162