Vacatures (2): Stadermann Luiten zoekt een advocaat-medewerker en advocaat-stagiaire Lees meer

HR 12 december 2014 ECLI:NL:HR:2014:3593

Tot betaling aangesproken koper van partij petten beroept zich onder meer op wanprestatie van verkoper. Verkoper stelt dat niet tijdig is geklaagd. HR verwijst naar maatstaven uit HR 8.2.2013 ECLI:NL:HR:2013:BY4600. Wanneer schuldenaar (verkoper) verweer voert dat niet tijdig is geklaagd in zin van art. 6:89 en 7:23 BW, dient schuldeiser (koper) gemotiveerd te stellen en zo nodig te bewijzen dat en op welk moment is geklaagd (zie HR 8.2.2014 ECLI:NL:HR:2013:BX7195). Stelplicht en bewijslast van feiten die beroep op art. 6:89 en 7:23 BW kunnen dragen, rusten in beginsel op schuldenaar (verkoper). Door hem gevoerde verweer dat niet tijdig is geklaagd, is bevrijdend verweer. Op weg van schuldenaar (verkoper) ligt om te stellen en zo nodig te bewijzen wanneer schuldeiser (koper) gebreken in prestatie heeft ontdekt of bij onderzoek had behoren te ontdekken en dat tijdsverloop vanaf dat moment tot aan klagen zo lang is geweest dat niet meer kan worden gesproken van tijdige klacht. Voor bijzondere regel van bewijslastverdeling die voor schuldeiser (koper) geldt, is redengevend dat te zeer afbreuk zou worden gedaan aan strekking van klachtplicht om schuldenaar (verkoper) te beschermen, indien op hem ook bewijsrisico ter zake van klacht zelf en tijdstip daarvan zou rusten. Hof hoefde niet ambtshalve te onderzoeken of verkoper relevant nadeel heeft gehad van tijdsverloop totdat door koper is geklaagd. Koper had deze omstandigheid in zijn betwisting van op art. 7:23 lid 1 BW gebaseerde verweer van verkoper moeten betrekken. Vervolgens zou verkoper bewijsrisico van gestelde nadeel hebben gedragen. Beroep op klachtplicht slaagt.

Print

12 december 2014

ECLI:NL:HR:2014:3593