Vacatures (2): Stadermann Luiten zoekt een advocaat-medewerker en advocaat-stagiaire Lees meer

HR 11 oktober 2002 NJ 2002 nr. 558

Seksueel misbruikte vrouw doet in 1993 aangifte maar stelt vanwege psychische gesteldheid pas meer dan vijf jaar daarna rechtsvordering tegen dader in. Vooropgesteld moet worden dat termijn van art. 3:310 BW een “hard and fast rule” is. Wanneer niet-geldend kunnen maken van vordering voortvloeit uit omstandigheden die aan dader moeten worden toegerekend, begint verjaringstermijn pas te lopen op moment dat omstandigheden het niet-geldend kunnen maken niet langer verhinderen (vgl. HR 23.10.1998 NJ 2000 nr. 15 met noot Bloembergen onder nr. 16, niet opgenomen). Zolang verjaring niet is aangevangen, kan van stuiting geen sprake zijn. Slachtoffer behoefde zich in 1993 derhalve niet uitdrukkelijk alle rechten voor te behouden.

Print

11 oktober 2002