Vacatures (2): Stadermann Luiten zoekt een advocaat-medewerker en advocaat-stagiaire Lees meer

HR 20 september 2002 NJ 2004 nr. 112 met noot Vranken, VR 2003 nr. 93

Omstandigheid dat slachtoffer gedurende bepaalde periode in staat van bewusteloosheid heeft verkeerd, is op zichzelf onvoldoende om aan te nemen dat over deze periode geen aanspraak op vergoeding van immateriële schade bestaat ex art. 6:106 lid 1 sub b BW dat slachtoffer recht op immateriële schadevergoeding geeft bij lichamelijk letsel. Zulks is wel van belang bij beantwoording vraag of, en zo ja, in welke mate benadeelde nadeel heeft geleden en hoe een dergelijk nadeel moet worden begroot. Nu benadeelde zich achteraf en in zekere mate heeft gerealiseerd dat hij gedurende een bepaalde periode bewusteloos is geweest en niet meer zijn gewone leven heeft kunnen leiden, heeft hij gedurende deze periode in geobjectiveerde zin levensvreugde gederfd.

Print

20 september 2002