Vacatures (2): Stadermann Luiten zoekt een advocaat-medewerker en advocaat-stagiaire Lees meer

HR 16 februari 2007 NJ 2007 nr. 256 met noot Maeijer, JA 2007 nr. 62

Beheersmaatschappij stelt interim-bestuurder voor haar dochtermaatschappij aan. Bestuurder laat dochter failliet gaan, veronderstellenderwijs bewust en voor eigen gewin. Vordering aandeelhouder van beheersmaatschappij in verband met vermindering waarde aandelen terecht afgewezen omdat die slechts recht heeft op vergoeding van afgeleide schade (vermindering waarde aandelen) als deze schade gevolg is van schending specifieke zorgvuldigheidsverplichting (vgl. HR 2.12.1994 NJ 1995 nr. 288 met noot Maeijer en HR 29.11.1996 NJ 1997 nr. 178, beide niet opgenomen). Enkele omstandigheid dat voorzienbaar was dat ook beheersmaatschappij zou worden benadeeld, is daartoe onvoldoende. Hof heeft voornoemde maatstaf ten onrechte ook toegepast op vordering aandeelhouder in verband met lening beheersmaatschappij aan dochter (niet zijnde afgeleide schade). Norm voor vordering aandeelhouder in hoedanigheid schuldeiser is of handelwijze bestuurder jegens aandeelhouder in strijd is met hetgeen volgens ongeschreven recht in maatschappelijk verkeer betaamt.

Print

16 februari 2007