HR 19 oktober 2001 NJ 2001 nr. 655, VR 2002 nr. 51

Op grond van oude verjaringsrecht vangt verjaring van vordering tot vergoeding van schade op grond van onrechtmatige daad aan op tijdstip waarop schade is geleden. Ook met betrekking tot immateriële schade geldt dat deze is ontstaan en dus is geleden op tijdstip waarop onrechtmatige daad is gepleegd. Daaraan doet niet af dat sprake is van doorlopende schade in die zin dat leed en verdriet voortduren.

Print

19 October 2001